De zogenaamde stamrechtvrijstelling moest ontslagen werknemers de mogelijkheid bieden om de belastingheffing op de door hem of haar ontvangen ontslagvergoeding uit te stellen. Dit kon op verschillende manieren gebeuren. Sinds 2010 was het bijvoorbeeld mogelijk om de ontslagvergoeding onder de vorm van banksparen te laten storten, maar er kon ook gebruik worden gemaakt van tal van andere mogelijkheden. Het Belastingplan 2014 heeft echter een einde gemaakt aan de stamrechtvrijstelling. Dit plan is in voege gegaan op datum van 1 januari 2014. De stamrechtvrijstelling kan nu deels worden vervangen door middel van Middeling.
Stamrechtvrijstelling: specifiek..
Specifiek voor de stamrechtvrijstelling gold dat de ontslagen werknemer op geen enkel ogenblik het beheer over de ontslagvergoeding mocht krijgen. Het was dan ook de werkgever die het bedrag liet storten in bijvoorbeeld een Stamrecht BV of die een bankspaarplan ondertekende op naam van de ontslagen werknemer. Vanaf het ogenblik dat de gelden wel werden uitbetaald aan de voormalige werknemer moest er verplicht een zogenaamde loonheffing gebeuren. In dit geval werd de ontvangen ontslagvergoeding opgeteld bij het inkomen van dat jaar waarop vervolgens de inkomstenbelasting werd berekend.
Door gebruik te maken van de stamrechtvrijstelling kon deze alles behalve beperkte belasting tijdelijk worden ontlopen, maar dat is dus jammer genoeg voorgoed verleden tijd.